InleidingIn de wijk Het Zand gelegen voormalig herenhuis 'Nassauflat' met achtererf. Het betreft een hoekpand aan de Luybenstraat en Oranje Nassaulaan met aansluitende panden aan de linker en rechtergevel.De wijk Het Zand is vanaf circa 1890 aangelegd in een gebied tussen de oude binnenstad en het spoor en ontleent zijn naam aan de noodzakelijke ophoging van het terrein dat voor militaire inundaties was afgegraven. De woningen werden gerealiseerd door particulier initiatief en voornamelijk betrokken door welgestelde Bosschenaren. Vanaf de Stationsweg, de primaire hoofdas van Het Zand, neemt de rijkdom in ornamentiek van de bebouwing in noordelijke en zuidelijke richting af, hetgeen correspondeert met de oorspronkelijke grondprijzen en de sociale status van de voormalige eigenaren en bewoners. Het voormalige herenhuis, thans als appartementencomplex en kantoor in gebruik, werd ontworpen in 1902 door architect A.J. Hurkens. Hurkens ontwierp in diverse stijlen. De hier gehanteerde stijl vermengt elementen van de Chaletstijl met elementen van de Neo-Renaissance. Het voormalige herenhuis is inwendig diverse malen gemoderniseerd. OmschrijvingHet gedeeltelijk onderkelderde bakstenen pand beslaat een L-vormige plattegrond en telt twee bouwlagen en een kapverdieping onder een gedeeltelijk omlopend, afgeplat schilddak. Dakschilden met blokleien in Maasdekking. Dakvoet met overstekende goot op opengewerkte houten consoles. Dakkapellen voorzien van vensters met kleine roedenverdeling onder aankappende, overstekende schilddaken en lessenaardak (toevoeging van 1959), bekroond met versoberde pironnen. De asymmetrische straatgevels van het met geknipte voeg in kruisverband gemetselde pand worden verlevendigd door het gebruik van hardsteen voor (water-)lijsten, dorpels, aanzet-, vorm- en sluitstenen en de breed uitkragende erkerondersteuning; rode verblendsteen voor speklagen, ontlastingsbogen, boven lateien en in geprofileerde vorm als kraagstenen; eenvoudig siermetselwerk voor boogvelden en een fries onder de goot (blokverband) en houtsnijwerk voor de gootconsoles en stick-style kappen. Gevelopeningen onder ijzeren lateien, rond- en segmentbogen waarin rechtgesloten, getoogde of rondboogvormige vensters met enkele of drievoudige vaste, draai- of schuifvensters, nog deels met bovenlichten voorzien van glas-in-lood. De gevel aan de Oranje Nassaulaan telt drie traveeën en een afgeschuinde hoek. De rechtertravee risaleert, de gevel is hier opgebouwd tot drie lagen en wordt afgesloten met een topgevel onder een aankappend, overstekend zadeldak met gelijke dakvoet en noklijn als hoofddakschilden en voorzien van windveren in stick-style. In de topgevel smalle pilasters op kraagstenen. Middelste travee met entreeportiek. De gevel aan de Luybenstraat telt eveneens drie traveeën. Risalerende linkertravee (eveneens drielaags), afgesloten met een topgevel onder stick-style kap als voornoemd (maar rijker bewerkt) met gelijke noklijn maar hogere dakvoet als hoofddakschild. Uitkragende rondboog in het gevelveld, gekoppelde vensters in alle lagen. Op de verdieping van de afgeschuinde hoek een markante erker met afgeronde hoeken voorzien van afgebiljoend kozijn met openslaand venster in het midden, aan een zijde geflankeerd door gebogen glas-in-lood venster en met bovenlichten met kleine roedenverdeling, deels voorzien van geel kathedraalglas. Ook de hoek wordt afgesloten met een topgevel onder een kap als voornoemd met hogere dakvoet en lagere noklijn als het hoofddakschild en bekroond met een gevelmakelaar. De achtergevel is overeenkomstig doch soberder gedetailleerd. In de inham op de verdieping een balkon.De opzet van de plattegrond is herkenbaar bewaard gebleven. Lange middengang leidt naar het in de risalerende travee aan de Luybenstraat gelegen trappenhuis. Voormalige woonvertrekken ter linker- en rechterzijde. Van het gemoderniseerde interieur zijn onder meer van belang: marmeren vloerplaten en plint, voluutvormige korbelen op muurpilasters met casementen, stucwerk en -lijsten, paneeldeuren en geprofileerde deurlijsten en enkele glas-in-lood bovenlichten. WaarderingHet voormalige herenhuis is van algemeen belang. Het object bezit cultuurhistorische waarden als voorbeeld van een woning voor de meer welgestelde inwoners. De sociale status is nauw verbonden met de situering in stedenbouwkundige context. Verder omdat het object als onderdeel van de eerste stadsuitbreiding buiten de wallen een belangrijke fase vertegenwoordigt in de stedenbouwkundige ontwikkeling van Den Bosch. Het object heeft daarnaast cultuurhistorische waarde vanwege het belang voor de typologische ontwikkeling van het herenhuis en de typologische ontwikkeling van hoekoplossingen. Het object heeft architectuurhistorische waarden vanwege het belang van de gehanteerde stijlvorm voor het oeuvre van architect Hurkens. Daarnaast vanwege de esthetische kwaliteiten van het architectonisch ontwerp, de verzorgde ornamentiek en de detaillering van gevels en hoekoplossing. Het object heeft ensemblewaarden als onderdeel van de historische blokverkaveling langs een van de hoofdwegen van de wijk Het Zand. Er bestaat een stilistische en architectonische relatie met belendende bebouwing, onder andere gelegen in de juxtapositie van de afgeschuinde hoeken. Het object is van belang wegens de gaafheid van de hoofdvorm en enkele elementen uit het interieur en draagt bij tot de visuele en structurele gaafheid van de wijk Het Zand. |
1908 | L. Elias (dir. v.d. Berghs stoomschoenfabriek) |
1910 | L. Elias (dir. v.d. Berghs stoomschoenenfabriek) |
1923 | Liepman Elias (directeur schoenfabriek) |
1928 | C.B. van de Wal |
1943 | wed. W.M.H. Janssen-Stark - P.H.A. Kersten (adj. dir. kolenhandel) - A.M.J.H. Oldenboom-Spierings (verloskundige) - C.M.G.H. Spierings (fotoverslaggever) - wed. C.L.J.M. Ummels-van Meerwijck - W.M. Witlox (pensionhouder) |